Freedom camping the Ozzie style op Fraser Island

28 april 2019 - Rainbow Beach, Australië

De vierwiel aangedreven bus schudde de bovenlijven van de inzittenden als willoze crash test dummies van links naar rechts. Chauffeur Mark had zojuist de comfortabel strakke snelweg van het strand bij laagtij ingeruild voor oneffen rul zand. De “coffee rocks” - koffiekleurige steen ontstaan uit miljoenen jaren samengedrukt zand - maakten de kleine detour noodzakelijk. Brullend sleurde de bus - sobere toerbus meets Dakar rally - zich over de houten balken, bedoeld voor meer grip op de steile duinhelling, naar boven. De ongeplaveide ondergrond kon Mark niet schelen; op zijn ongeveerde bestuurdersstoel deinde zijn corpulente bovenlichaam atletisch op de gaten en putten, de grote handen stevig om het stuurwiel geklemd. Sterker nog, de veteraan uit het Australische leger was duidelijk in zijn element. In de binnenspiegel toonde hij zijn stralend witte grijns van plezier als het achterwerk van zijn passagiers volledig van de stoelbekleding loskwam.

Slechts een hectometer landinwaarts van Fraser Island, liet het zandeiland zijn ware gezicht zien. Het eiland als het speelveld voor de 4WD, vierwiel aangedreven voertuigen. En ook nog eens voor gevorderden. Toen de groengele Manta Ray - het pont van Rainbow Beach naar Fraser Island - de wal op buikschuifde, stoven Toyota’s Hilux en Landcruiser, Ramvans, Mitsubishi’s Pajero en Nissans Navara, aangedreven door kolkend testosteron, de zandplaat op. Maar de boys - zoals Mark en zijn collega’s ze steevast met enig dédain noemden - werd slechts enkele speelminuten gegund. Eenmaal op stoom dieselden de bussen en vrachtwagens van de grote touroperators hen en hun Hotwheels speelgoedautootjes binnen luttele kilometers voorbij. Onder toeziend oog van toeristenmobieltjes die de straatrace instemmend knikkend registreerden.

Was Marks optreden compensatiegedrag geweest? Aan het eind van de vorige dag had hij de bus immers op de veilige grond van het Eurong resort gestuurd. Een veerooster, voorzien van vijf strengen schrikdraad, zonderde het vakantieverblijf hermetisch af van het wild op het eiland. Vooral voor dingo’s was het kennelijk oppassen. Op talloze plekken op en rond het witte strand hadden we borden gezien die gedragsregels toonden om een encounter met dingo’s heelhuids te doorstaan. Onze toer bood het beste van twee werelden: het comfort van een goede nachtrust op het resort, zonder opgeschrikt te worden door een roedel bloeddorstige wilde honden klaar om lijf en leden uiteen te rukken en het veilig aanschouwen van de pareltjes van het eiland: Lake McKenzie, Central Station, Indian Head en de Champagne Pools. Paste dat bij hem? Freedom camping the Ozzie style moest hem meer op het lijf geschreven zijn. Zijn Lest we forget tatoeage die zijn mouwloze, zwarte t-shirt prijsgaf duidde op een vroeger bestaan in het leger. Natuurlijk was hij blij geweest toen hij na bijna twintig jaar trouwe dienst achttien maanden geleden zijn oude werkgever had kunnen verruilen voor zijn nieuwe. Razendsnel had hij natuurkennis en historische feitjes bijgespijkerd. Beeldend had hij verteld hoe Captain Fraser in 1836 met zijn zwangere vrouw na maandenlang ronddobberen op een stuurloos schip op het eiland aanspoelde om uiteindelijk door oorspronkelijke bewoners - die het eiland veelzeggend “Paradijs” (K’gari) noemden - te worden gespeerd. Maar diep in zijn hart moest nog het verlangen branden naar een ruiger soort mannenleven van tijdens zijn loopbaan bij defensie. Alles aan Mark ademde de vurige wens voorbij de veilige grenzen van het resort: zijn tweede volle bord vlees dat hij van het buffet opschepte, de pils met beer koozie in de hand, zijn seksistische grapje over de vrouwelijkheid van twisted parasieten die langzaam maar zeker het leven uit de bomen zogen. Waar was het échte avontuur gebleven? De momenten van bloedstollende angst tijdens de vele verkenningstochten in Helmand, Afghanistan, toen bommen in de bermen op de loer lagen als dingo’s vanachter de duinen op jacht naar hun weerloze prooi?

In de tussentijd hadden de boys de tenten, jerrycans, barbecues en vuurkorven van de daken van hun 4WD-jeeps getild. Misschien hadden ze de rijplaten moeten aanspreken om de brede profielbanden in het losse zand weer in beweging te krijgen. Hun zwartrubberen douchezakken met water uit de beek gevuld, hun zonnepanelen geïnstalleerd. Op hun uitvouwbare campingsstoeltjes keken ze vanuit hun kampement tevreden uit over een sneeuwwitte branding die uit het gitzwarte water rolde. Onder de heldere sterrenhemel van het zuidelijke halfrond. Met een blik koude pils in de hand, ver weg van het resort, leefden zij het leven dat de redacties van bladen als Caravan World en 4WD Action hun abonnees voorschotelden. En waar Mark van droomde terwijl hij een nieuwe lading toeristen een onvergetelijk Fraser Island avontuur bezorgde.

Foto’s