(Plassen) In kannen en kruiken ofwel: non-self contained freedom camping

21 maart 2019 - Motueka, Nieuw-Zeeland

WAARSCHUWING: plas- en poepverhaal. Mensen met een zwakke maag en/of sterk voorstellingsvermogen opgepast!

Het is al helemaal donker als we Alexander Bluff Road Reserve eindelijk bereiken. De uitstapjes naar de Pancake Rocks en de zeehondenkolonie in Westport hadden onze ambities om in één ruk naar Abel Tasman te vlammen, gaandeweg de dag in rook doen opgaan. De zon was al even onder toen we aan de gesloten poort van Holiday Park Quinney’s Bush rammelden, onze laatste hoop op een camping met stroom, toilet en water. Er brandde nog licht in de receptie maar niemand had opengedaan toen Esther indringend aanklopte. Zwijgend waren we weer ingestapt om verder te rijden, niet goed wetend waar naartoe. De campingapp gaf alleen nog een gratis freedom camping aan, zo’n dikke 40 kilometer verderop. Geen water, geen stroom, alleen een publiek toilet. Geen adres, alleen GPS-coördinaten. De laatste flard donkerblauw daglicht tekende zwarte bergen op de achtergrond. Vliegjes en motjes spatten als vuurvonken van een slijptol in de koplampen van de campervan die naar het slingerende asfalt van de Motueka Highway tuurden.

Vaag licht een legergroene container in de vorm van een grote glasbak op als de navigatie aangeeft dat we onze bestemming hebben bereikt. Ik parkeer de van op de gravelstrook naast de verharde weg, stap uit en loop naar het groene ding. Langzaam druk ik de klink van de rechterdeur omlaag. Ik klik mijn hoofdzaklamp aan. Al bij de kleinste kier snijdt een geur van pis en stront mijn adem af. Kokhalzend stap ik in de richting van een hufterproof aluminium pot zonder deksel. Een snelle blik in de stortkoker van lichamelijk afval toont een indrukwekkende hoop drollen wadend in gelig toiletpapier en blauwe chemische vloeistof.

Ondanks de duisternis is er volop leven op de freedom camping. Links spelen enkele kampeerders gitaar. Rechts stanst een ghettoblaster onnavolgbare house muziek. In het vage schijnsel van onze koplampen bewegen twee torso’s met blote voeten schimmig op de beat. Als onze ogen wat aan de donkerte zijn gewend, ontvouwt zich een parallel kampeeruniversum. Hier geen motor homes van de gebruikelijke merken Mauí, Britz en onze eigen Apollo zoals op de holiday parks. Hier geen Duits en Japans dat weerklinkt in de betegelde camping kitchens. In plaats daarvan gedeukte vans en stationwagons begonnen aan hun zesde leven, een chaotische verzameling van koepeltentjes. Alexander Bluff lijkt nog het meest op een festivalcamping van Pinkpop of Down the rabbit hole (op de vrijdag dan, dat wel). Een jongeman met een vlassig baardje kijkt op van zijn gasstelletje en knikt ons goedmoedig toe als we de van naast hun tentje stallen. Een welkom.

Het is midden in een aardedonkere nacht. De Melkweg spiekt door de dunne bewolking nu de rust is weergekeerd op de freedom camping. De silhouetten van campervans, auto’s en tenten lichten flauwtjes op. Tientallen krekels dringen subtiel het geluid van de kabbelende beek op de achtergrond. Ik sta achter in  onze kleine campervan. Ik ben nog altijd een weinig slaapdronken, ook al prikte een volle blaas mijn onrustige droom door, als een oude kleffe verjaardagsballon. De eerste beleving van het publieke toilet had me ervan weerhouden de tocht ernaar in het donker af te leggen. Waarom zou de plasfles van Moos geen uitkomst bieden voor de beginnende freedom camper als ik? Na het gevoel van opluchting was echter in mijn slaperige brein de gedachte opgekomen dat de normale gebruiker wellicht ook van deze faciliteit gebruik zou willen maken. Wat als die te laat bedenkt dat iemand hem al voor is geweest?

In elke hand houd ik gespannen een plastic sapfles. De ene lauw en gevuld, de andere koeler en lichter. Wankel maar geconcentreerd giet ik lichaamswarme vloeistof van de ene fles in de andere. Het voelt als een handeling uit een protocol van een heimelijk wetenschappelijk experiment dat het daglicht niet verdraagt. Nu niet mijn elleboog stoten in de kleine bus, zoals bij het aankleden regelmatig gebeurt. Het vocht licht rood op in het spaarzame licht van mijn hoofdzaklamp, als het cranberrysap dat we eerder uit de fles schonken. Als de overdracht succesvol is voltooid, draai ik secuur de doppen op de schroefdraad van de halzen. De nu lege fles gaat terug op het aanrechtje, zijn vaste stek naast de rol toiletpapier zodat onze minderjarige reisgenoot hem vindt, voldoende leeg. De andere veilig opgeborgen op een plek buiten het looppad van het busje. Ik terug naar bed.

Foto’s

5 Reacties

  1. Jook:
    21 maart 2019
    Hoi Es,
    Heerlijk improviseren, blijft je geest jong bij!
    Dikke kus!
  2. Jo en Leo:
    21 maart 2019
    Wat een geweldig leuke omschrijving van een aangepaste globetrotter. Een fraai beeldend verslag van een achteraf niet zo,n leuk avontuur. Hier zat ik al op te wachten sinds Esther,s aankondiging hierover. heb het met veel plezier gevolgd.
    Op naar het volgende ..
    Liefs van Jo en Leo.
  3. Cindy:
    21 maart 2019
    Kijk, is jullie reiservaring tóch compleet! Super beeldend en heerlijk geschreven. En nu genieten van een echt bed. En stiekem jullie campervannetje alweer moeten missen na zo'n 6 weken innig contact. Geniet van Waiheke en Auckland, lieve buurtjes!
  4. Sheila:
    22 maart 2019
    Holy shit! Bijna alchemistisch plassen op deze wijze!
  5. Barbara:
    25 maart 2019
    Met name het overgieten vind ik hilarisch 😉