Brief aan Thierry: Waipoua Forest

11 april 2019 - Tewantin, Australië

Beste Thierry,

Vind je het goed om elkaar te tutoyeren? Als gepromoveerde filosofen onder elkaar moet dat kunnen, toch? Allereerst gefeliciteerd met je verkiezingsoverwinning - al zeg ik het met tegenzin. Heb je het goed gevierd? Ik denk tot diep in de nacht, met een scheutige hoeveelheid rode wijn. En misschien zelfs met een vrouwtje als kers op de taart die geen nee durfde te zeggen tegen misschien wel de toekomstige premier van Nederland? Tezelfdertijd bezocht ik Waitangi, laten we zeggen als politiek geïnteresseerde toerist. Hoewel ik je eruditie geenszins in twijfel trek,  leg ik het toch even uit, gelet op jouw boreale (“noordelijk” betekent het toch?) blik op de wereld. Waitangi is een belangrijke historische plek voor het zuidelijke Nieuw-Zeeland. Je weet wel, waar een waanzinnige in Christchurch - what is in a name? - onlangs 49 onschuldige mensen vermoordde. Je vraagt je soms af waar zo’n idioot zijn ideeën vandaan heeft. Enfin, in 1840 tekende een belangrijk deel (maar niet alle!) van de Maori-stamhoofden en de Britten een verdrag. Deze treaty - jaarlijks herdacht op 6 februari - moest de vreedzame co-existentie regelen tussen de - in jouw ogen vast en zeker - “primitieven” (Maori’s) en de “ontdekkers” van Nieuw-Zeeland. Het grappige is dat het Britse belang voor zo’n verdrag er vooral in lag om het Sodom en Gomorra van Russell aan banden te leggen. Toentertijd was Russell het belangrijkste stadje voor de nieuwe settlers maar het veranderde in no time in de Hell Hole of the Pacific waar drank, prostitutie, geweld welig tierden. Nu is daarvan in het liefelijk gecultiveerde dorpje niets meer te zien van dit verleden. Toen was het een doorn in het oog van de vrome Protestanten die zich in het zog van de handelslieden wijdden aan missionariswerk. Net als jij waren ze vast overtuigd van het superieure van de Christelijke wortels. Het verdrag breidde de Britse jurisprudentie uit naar het nieuwe land om de “nuttelozen van de nacht” aan te pakken. Ik bespaar je de details van hoe het verdrag voor de Maori’s desastreus uitpakte. Om een lang verhaal kort te maken: door een Babylonische spraakverwarring (maar misschien wisten de Britten precies wat ze deden) leverden de Maori’s hun soevereiniteit in. Voor de dramatische gevolgen ondertekende Queen Elizabeth II in 1995 publiekelijk (!) een wet om de misstanden van Britse zijde te erkennen.

Ik begeef me natuurlijk op glad ijs als ik jouw politieke gedachtegoed vergelijk met de situatie van de Maori’s in Nieuw-Zeeland. Inhoudelijk is de Nederlandse cultuur waar jij je zo eervol en strijdlustig voor inzet ook te verschillend, waarover zo meer. Toch is een zekere parallel te trekken: de beschermwaardigheid van een cultuur, of het nou de Nederlandse is of een andere. De komst van de Britten zette de Maori-cultuur onder druk - een doodstrijd zoals jij altijd zo mooi pleegt te zeggen - iets waar Kiwi’s zich inmiddels pijnlijk bewust van zijn geworden. Soms leidt dat tot grappige taferelen. Neem onze snorkelgids Glenn. Zijn transculturaliteit (ken je die hilarische sketch nog van Arjan Ederveen of is dat vóór jouw tijd: Afrikaanse geest in een Nederlands lichaam?) werd pijnlijk. Zich zo te identificeren met een cultuur waar je evident niet uit stamt, is lachwekkend. Iemand vol met zelfhaat, een oikofoob, zou jij met Roger Scruton zeggen. Ik weet dat jij de ondergang van ons Avondland ziet als een endogene ontwikkeling - uitholling van binnenuit - en niet als een bedreiging van een andere cultuur van buiten, maar toch (anderzijds: de moslimcultuur beschouw je wel degelijk als een gevaar van buitenaf).

Hoe lachwekkend (en creepy) de hippieachtige figuur van Glenn ook was, tijdens mijn reis door Nieuw-Zeeland lijkt in mij ook een kleine Glenn geboren. Ik ben onder de indruk geraakt van de Maori-cultuur. Vooral van hun natuurbeleving. Het zou interessant zijn om een academisch onderzoek te starten naar wat de Maori-cultuur kan bijdragen aan de milieu-ethiek, wat denk jij?

Nu het woord “milieu” toch is gevallen: van de - ik weet het: linkse - pers begrijp dat een groot deel van je aanhang is gegroeid omdat ze angst hebben voor het klimaatbeleid. Zo vergeefs als ik zoek naar de Nederlandse identiteit die ten onder dreigt te gaan (welke identiteit? Welk Nederland?) zo vergeefs zoek jij naar het globale klimaat dat bedreigd wordt (welke opwarming? Welk wetenschappelijk bewijs?). Je spint electoraal garen bij het ontkennen van het probleem - doorgaans een effectieve cognitieve bias om je niet je best te hoeven doen voor iets. In die zin kun je zeggen dat jij heel erg je best doet om niet je best te hoeven doen. Één van de vele aantrekkelijke paradoxen die jouw enigmatische karakter kleuren (geen stress: ik ben hetero).

Dat groeiend respect voor de Maori-cultuur vloeit voort uit hun respect voor de natuur. Het duidelijkst voelbaar was dat toen ik onlangs met mijn gezin in het Waipoua Forest vertoefde. Waipoua Forest ligt net als Waitangi (lastig hè, al deze niet-Nederlandse namen?) in Northland, in het puntje van Nieuw-Zeeland boven Auckland. Het woud is één van de weinige plekken waar nog kauri’s groeien, oerbomen waar dat deel van Nieuw-Zeeland mee begroeid was tot de komst van de Europeanen (straks meer). Vlak voor zonsondergang vertrok onze bus uit het dorpje Opononi. Een vrouwelijke gids, nazaat van een Maori-stam die sinds mensenheugenis in het gebied woont, heette ons welkom door een krakerige microfoon. Ze vertelde ons dat onze keuze voor de schemerwandeling de juiste was. De schemer markeert immers de overgang van licht naar donker, van dag- naar nachtleven. De schemer als oord (locus is beter) van het mystieke. De ondergaande zon prikte haar laatste oranjegele stralen door de weinige kieren die het woud boden, toen we stopten bij een parkeerplaats. Een natuurhygiënestation belemmerde de onmiddellijke toegang tot het woud. De kauri’s blijken immers kwetsbaar voor een schimmel in de wortels overgedragen door de aarde onder wandelschoenen. Dat betekent dat je je schoenen borstelt en vervolgens met een vloeibaar goedje besprenkelt. Een soort reinigingsritueel of doop voordat je het woud betreedt. Zoals moslims hun schoenen uittrekken voor ze de moskee binnengaan. En zoals jij je handen wast (met lavendelzeep?) voor je de toetsen van je vleugel streelt.

Onze gids vertelde ons over de voortplanting van de kauri-bomen en het eco-systeem van het woud. Na een half uur wandeling gebood zij ons even stil te staan. Naast haar een bordje van de Department of Conservation (DoC) met de naam Tāne Mahuta verwijzend naar een oeroude kauri-boom die het bos rijk is. De boom is vernoemd naar de Maori god van het woud. Ik bespaar je de uitgebreide mythologie (allemaal achterhaalde kletskoek immers) maar het is natuurlijk geen toeval dat de boom de naam draagt van de zoon van de Oervader en -moeder die ruimte schiep voor licht uit de hemel. Na het uitspreken van de naam van de boom, veranderde ze plots van gids in voorganger. We betraden niet bosgrond, maar heilige grond. Toen we onze weg vervolgde, tuurde haar gevolg nieuwsgierig het pad over de houten vlonders af, benieuwd naar wat komen ging. En toen, ineens, zette onze gids een lied in. Helder, parelend als de zang van het roodborstje zoals Nico de Haan zou zeggen. Verstaanbaar ook al kenden we de betekenis van haar woorden niet, galmde haar stem tot diep in het Waipoua Forest. Niet om toeristen een authentieke Maori-beleving te schenken (dat vast ook), maar uit overtuiging. Zoals kerkbezoekers een kruisje slaan als ze een Christusbeeld in de kerk passeren: dat kan niet niet. Kippenvel. En terwijl we langzaam voortschreden, torende een reusachtige boom achter de jongere kauri-bomen (tussen 350 en 800 jaar!) boven de grijzende schemer uit. Niet door de hoogte (er staan hogere kauri’s), maar door de omtrek (kleine twintig meter) en het eigen ecosysteem dat de boom is. Liefst zestig andere planten laat hij op stam en takken toe waaronder  een andere kauri-boom van een jaar of honderd. Voor ons rees een levend organisme van 3.500 jaar. 3.500 jaar, Thierry! Dat betekent 1.500 jaarringen bij de geboorte van Christus, de geboorte van onze cultuur! Duizend jaar oud bij de geboorte van de Griekse filosofie, bakermat van onze beschaving! Dat dwingt pas eerbied af. Bij mij tenminste. Temeer omdat Tāne Mahuta zeldzaam is. Kauri-bomen sowieso. Slechts één procent van het oorspronkelijke kauri-areaal heeft de bloeddorstige kaplust van Europeanen overleefd.

Weet je Thierry wat me bezig houdt na het zien, het ervaren van de kracht, de leeftijd en tegelijk de kwetsbaarheid van Tāne Mahuta? Als onze Westerse cultuur zo superieur is, hoe verklaar je dan de ongebreidelde vernielzucht van de Europese settlers, ongetwijfeld rechtgeaarde christenen? Ik weet dat je je intellectueel meer thuis voelt bij de negentiende eeuw (vleugje Romantiek, snufje Darwinisme, flinke scheut cultuurhistorie en nationalisme) dan bij de Verlichting toen het nutsdenken toesloeg en toen we in het Westen het ontzag voor de natuur en haar krachtige verschijnselen inruilden voor onderwerping. Maar toch: waar komt jouw dédain jegens de Natuur vandaan?

Laten we eens een gedachte-experiment doen, beste Thierry. Bij uitstek het filosofische gereedschap omdat het uitnodigt tot het tussen-haakjes-zetten van bestaande overtuigingen, dogma’s, lemma’s of leerstellingen. De vrijheid nemen om een pad in te slaan zonder het meteen als de route naar De Waarheid uit te pijlen. Als filosoof kun je daar toch alleen maar mee instemmen. Stel je voor dat je - om wat voor reden ook - met een bootje de Stille Oceaan oversteekt en arriveert bij een land dat alleen maar natuurlijke weelde kent: varens, bomen, vruchten, vogels. Weelde die je laat overleven, die je leven schenkt. Dat koester je, dat geef je iets terug. Is het dan zo gekke gedachte om te kiezen voor een respectvolle verstandhouding met de natuur? Het is een weg die de Europeanen hadden kunnen inslaan maar niet deden (“Mooie bomen om te rooien voor onze huizen en schepen”). De primitieve (achterlijke zeg je?) Maori’s namen wel dat pad (hoe kwamen ze eigenlijk ook weer in Nieuw-Zeeland?). Net als veel Kiwi’s nu. Bij deze mijn uitnodiging: kom eens kijken. En start met een schemertoer naar Waipoua Forest. Omarm Tāne Mahuta, al heb je daar ruim drie Thierry’s voor nodig.

Met vriendelijke groet,

Dr. Koen Dortmans

Foto’s

8 Reacties

  1. Aukje:
    11 april 2019
    Prachtig koen. Wat kunnen bomen veel zijn en laten bewegen in ons. Zo wonderlijk💖 prachtig cadeau
  2. Cindy:
    11 april 2019
    CC: Thierry Baudet
  3. Cindy:
    11 april 2019
    Uit je hart, Koen! En dat doet NZ met je, hè? Prachtig verwoord!
    Heb Thierry ook even in CC gezet voor de zekerheid.

    CC: Thierry Baudet
  4. Cindy:
    11 april 2019
    Wow, Koen! Dat doet NZ met je, hè? Die natuur is zo krachtig.

    Heb Thierry even in CC gezet. Just to be sure.

    CC: Thierry Baudet
  5. Annemiek:
    11 april 2019
    Woh Koen wat een fantastisch betoog!
    Wij waren ook heel erg onder de indruk van de eerbied voor de natuur in de leefwijze van de Maori’s tijdens ons 2 daagse verblijf in een kleine Maori gemeenschap in het Te Urewera NP. Een onvergetelijke ervaring voor de rest van je leven!
  6. Jacqueline kooy:
    11 april 2019
    Nou hopen dat Terror je blog leest!!
  7. Jo en Leo:
    13 april 2019
    Zou dit zo graag naar een zekere Th. sturen.

    Koen wat een goed sterk verhaal. Wat goed dat jullie deze stap ondernomen hebben. Natuur /gevoel/ cultuur, wat wil een mens nog meer om te beseffen hoe mooi dit te beleven is. Nog een paar weekjes, geniet er vooral van.
  8. Judith Peters:
    18 april 2019
    Late reactie maar desalniettemin: wat een prachtig betoog Koen...
    Stuur het naar hem toe......